The world according to Caro: 'Paniek. Dat kan ik níet. Grote paniek'
Throwback thursday! Caroline van Mourik schreef als &C talent een jaar lang columns voor &C magazine onder de titel The world according to Caro. We selecteerden haar mooiste columns. Deze week haar bijdrage uit het septembernummer van 2017.
‘Wil jij naar mijn dansje kijken?’
Uit haar staart is een plukje ontsnapt dat voor haar hazelbruine ogen hangt. Voordat ik kan zeggen dat ik het graag wil, is haar voorstelling al begonnen. Zwierige pirouetjes met een onbevangenheid zoals alleen een kind van vijf die heeft. Van ‘durf ik dit wel?’ of ‘doe ik het goed genoeg?’ lijkt ze gelukkig nog nooit gehoord te hebben. Ze maakt een diepe buiging en blijft zo ondersteboven even hangen. Het plukje bungelt tegen haar neus. Ze blaast, haar wangen bollen. Het plukje begint te dansen voor haar ogen. Met krullende mondhoeken neemt ze mijn eenpersoons-staande-ovatie in ontvangst.
‘Van wie leerde je dit zo mooi?’ vraag ik.
‘Van mijn hoofd,’ zegt ze.
Lees meer: The world according to Caro: de oude vrouw en de zee
Sommigen worden geboren met zelfvertrouwen, anderen met een twijfelkont. Eentje zoals de mijne. Een flinke. Aan de buitenkant merk je er op het eerste gezicht niet eens zo gek veel van, maar als je beter kijkt, dan zie je de deukjes die het leven je cadeau doet toch zitten. Onzekerheid woekert soms sneller dan je snoeien kunt. Als klein Carootje durfde ik meer niet dan wel. Bij ook maar een snippertje twijfel begon ik er liever niet aan. Op mijn rapport stond in perfect ronde juffenletters: ‘Caroline kan het wel, als ze het maar blijft proberen.’ Hoe dat precies moest, schreef ze er niet bij. Proberen terwijl je jezelf al ziet vallen is geen kattenpis. Beren op de weg vriendelijk gedag zeggen en doorrijden, is lastig als je bang bent dat ze je opeten. Het is jammer dat het vak zelfvertrouwen niet bestaat op school. Daar zouden we nog wel een lesje van kunnen leren.
Nadat het zelf juf worden – ik schreef al in mooie ronde letters – toch niet zo wilde lukken, wist ik het niet meer. ‘Maar wat wiÌÂÂl je dan?’ Een moeilijke vraag voor iemand die weinig zeker weet. Visagist worden leek me een droom. Na lang twijfelen ging ik dat toch proberen. Ik werd gevraagd voor een televisieshow. Op de spiegel naast de hoofdvisagist hing een briefje met mijn naam in zwarte scheve letters. ’Jij bent mijn assistente,’ zei hij. ‘Dat kun je wel.’ Paniek. Dat kan ik níet. Grote paniek. De repetities waren nog net niet begonnen en ik plakte mijn naam razendsnel aan het einde van de rij op de allerlaatste spiegel. Wat zo veel betekende als een dot poeder op het voorhoofd van een vrij onbelangrijk jurylid. Terug naar huis zeurde de gemiste kans door mijn hoofd. Zo ging ik het niet winnen van mijn eigen hoofd.
Lees meer: Hanneke: 'Daarom val ik op de bank in slaap'
Visagist ben ik nooit geworden, al teken ik elke dag een jaloersmakend strakke eyeliner op mijn gezicht. Wat ik wil, weet ik eigenlijk nog steeds niet zeker. Maar sindsdien probeer ik minder kansen te laten glippen uit angst dat ik het niet kan. Mensen die in je geloven nog voordat je dat zelf durft, zijn onmisbaar. Want zelfvertrouwen krijg je niet van een ander, kansen soms wel. En dat is soms precies de goede schop onder je hol om het wel te blijven proberen.